een kruidig verhaaltje Mei 2011 - Bellegarde
Door Boontje en haar trawanten
J uffertje-in-t groen was door haar koene Ridder(spoor) op ‘t gele Paard(enbloem) lelijk in de steek gelaten en had nu een Gebroken Hartje. Maar ze liet de moed niet zakken.
Ze meekrapde even met haar nagel(kruid) achter haar muizenoor, waste zich van kop tot (look)teenjte met zeep(kruid) en haalde de borstel(krans) door haar Venushaar. Ze trok haar Vrouwenschoentjes aan en liep toen naar buurvrouw Tripmadam om wat (Duivels)garen , een Naald(kervel) en een Vingerhoed(skruid) om de scheur in haar Vrouwenmantjeltje te naaien.
Toen sloeg ze haar mantel om , zette haar Beemdkroon op en wierp nog een vlugge blik in haar Spiegel(bloem). “Tijd om te gaan”, dacht ze en Hop daar sloeg ze haar Vleugeltjes(bloem) uit.
Aan de andere kant van het bos stond Brave Hendrik naar zijn Ganzevoeten te turen, twijfelend of hij nu zijn Monnikkenkap of zijn Kardinaalsmuts op zijn Harig Bedstro zou zetten. Hij strooide nog wat Monnikkenpeper op zijn Spekwortel en verorberde alles met veel smaak.
Maar wat kwam daar aangevlogen? Ons Juffertje-in-t groen.
“Dagschone”, zei onze Adonis.
“Dag Bleek Bosvogeltje”, antwoorde ze en terstond veranderde onze Hendrik in een echte Wildeman(skruid). Door het Sneeuwbaleffect, schonk hij haar direct een Potentilla erecta, waarop ons Kruidje-roer-me-niet in Wilde Morjolein veranderde.
Ze besloten samen nog een Doornappeltje te eten en be(Salomons)zegelden alles met een innige kus onder de Maretak. Als Slaapmutsje dronken ze nog een Jenever(bes) en ze leefden nog YlangYlang en geluksklokje.
Reacties
Een reactie posten