Jakobskruiskruid heeft een krans van gele straalbloempjes, in tegenstelling tot de ronde bloemen van boerenwormkruid. Er komen echter planten voor waarbij de straalbloempjes ontbreken, namelijk bij de ondersoort Senecio jacobaea subsp. dunensis, ook wel duinkruiskruid genoemd.
Jakobskruiskruid is giftig voor de meeste zoogdieren, waaronder ook de mens, doordat het zestien verschillende alkaloïden bevat. De bloemen bevatten twee keer zoveel gif als de bladeren. In de plant bevinden pyrrolizidine alkaloïden zich in de N-oxide vorm en zijn dan niet giftig. Pas als de plant opgegeten wordt, worden deze verbindingen met name in de dunne darm omgezet in giftige, vrije alkaloïden die de lever aantasten waarbij kleine bloedvaatjes in de lever verstopt raken. ('Hepatische veno-occlusie'). Ook bij mensen die geregeld kruidenthee van de plant dronken is dit ziektebeeld beschreven
Het grootste gevaar schuilt in hooi en kuilvoer. Ongemerkt kunnen dieren dan het giftige Jakobskruiskruid binnen krijgen. Het verwijderen van de planten uit het hooi is bijna ondoenlijk, omdat de bladeren verbrokkeld kunnen zijn. De pyrrolizidinealkaloïden verlaten het lichaam binnen 24 tot 48 uur voornamelijk via de nieren, maar het kan ook via melk. Pyrrolizidine alkaloïden hebben een cumulatief effect. Zowel de opname van een grote hoeveelheid in één keer, als de opname van kleine hoeveelheden over langere tijd kunnen leiden tot beschadiging van de lever en ziekteverschijnselen. Hoewel kruiskruidvergiftiging de lever dus op een onomkeerbare manier kan beschadigen, is het effect van deze beschadiging op de gezondheid van een dier niet altijd onomkeerbaar. Tot op zekere hoogte kan de functie van de afgestorven levercellen overgenomen worden door andere levercellen. Als de aangebrachte schade echter te groot is, dan is dit niet meer mogelijk en als de levercapaciteit met 50-70% is afgenomen ontstaan er verschijnselen van leverziekte. Een dier kan dus PA's opnemen, maar als de hoeveelheden zodanig zijn, dat de lever het kan compenseren, zie je niets aan het dier, ook niet in het bloed. Bij hogere niveaus zie je eerst afwijkende bloedwaarden (o.a. leverenzymen), en vervolgens verschijnselen. Hoe hoog deze niveaus zijn is niet bekend, maar dit zal ook per diersoort en per individu verschillen.
Runderen en paarden vermijden het plantje normaal gesproken bij het grazen, maar in tijden van droogte en voedselschaarste kunnen ze het wel gaan eten. Bij runderen kan het gif ook zonnebrand veroorzaken, doordat het gif in het bloed van de haarvaten onder invloed van het UV-licht van de zon schadelijk wordt voor de omliggende weefsels. Schapen eten de plant graag en zijn minder gevoelig voor de gevolgen. Ze krijgen later echter wel problemen in de groei.
Allergie
Jakobskruiskruid kan na huidcontact een allergische reactie geven, die "contactallergisch eczeem door composieten" wordt genoemd. Deze allergie kan optreden bij gesensibiliseerde personen na huidcontact of na opname van planten(delen) via de mond. De allergie wordt niet veroorzaakt door de pyrrolizidine alkaloïden, maar door andere stoffen, de zogenaamde sesquiterpene lactonen, die in veel planten van de Composietenfamilie voorkomen, zoals bijvoorbeeld ook bij witlof, waarbij het een bekende beroepsziekte van kwekers is. Het is daarom aan te raden om bij het aanraken van de bloemen en planten handschoenen te dragen.
(WIKIPEDIA)
Hoewel Jakobskruiskruid een serieus probleem voor paardenhouders kan zijn, is dit Kruiskruid veel meer dan een ongewenst onkruid. Jakobskruiskruid is namelijk een belangrijke bron van nectar en stuifmeel. Zo'n 150 insectensoorten maken er gebruik van, waaronder veel bijen, zweefvliegen en vlinders. Het Jakobskruiskruid probleem bestrijden door de plant uit te roeien is dus, losstaand van de praktische onmogelijkheid om dit te bereiken, onwenselijk. Een goede oplossing voor het probleem is dus niet zo eenvoudig te bedenken. Dit betekent echter niet dat er niets aan te doen is!
Reacties
Een reactie posten