Op reis met
spin Evelien en haar vrienden
|
||
Olifant (O):
Uil (U)
De Fee (F)
Kikker (K)
Beer (B)
Rups (R)
Hond (H)
Spin Evelien (E)
|
Kiara
Manou
Marie
Marthe
Marilou
Heike
Marilou
Saartje
|
Een sprookje door Saartje en haar vriendinnen
|
|
Evelien wandelt voorbij het hondenhok.
E: : Hallo, ik ben spin Evelien, dag Hond. Wat is er, waarom ben je
zo droevig?
H: Ik kan niet meer in mijn huisje, er hangt iets voor de deur...
E: Wacht, Hond, ik zal je helpen. Zo, tsjoef, het doek is gevallen
H: Joepie, ik kan er weer in.
E: Zeg Hond, wil je met me mee op avontuur?
H: Natuurlijk!
Samen gaan ze verder, ze komen aan bij een groot kasteel. Daar woont
Kikker.
|
|
|
K: Joepie, joepie, joepie!
E: KlopKlop
K: Kom maar biinen
E: Wat is er met je?
K: Ik ben kikkerkoning geworden!
E: Proficiat! Wil je mee op avontuur?
K: Ja, supergraag!
De drie vrienden gaan samen verder, ze komen aan bij een mooie boom.
Daar woont Fee
|
|
|
E: klopKlop
F: Ja, kom maar binnen! Snif, snif
E: wat is er met je?
F: ik ben zo eenzaam, de boom wil niet meer tegen mij praten.
Boom: He, zeg, waarom zou ik tegen jou moeten praten? Ik heb daar
geen zin in...
E: maar het moet, zeg ik je
Boom: Ik mag toch wel mijn eigen zin doen?... Wacht, ik zal voor één
keer, of nee, één jaar, of...,vijf jaar,... of nee, heel mijn leven met Fee
praten.
F: Joepie²
E: Wil je mee op avontuur?
F: Ja, supergraag!
De vier vrienden gaan samen verder, ze komen aan bij een grote toren.
Daar woont Uil
|
|
|
E: KlopKlop
U: kom maar binnen...
De uil is heel verdrietig
E: Wat is er?
U: Ik zit opgesloten
E: Ik zal je proberen bevrijden...
Evelien doet haar uiterste best en kan de uil bevrijden
U: Ja, dank je!
E: Wil je mee op avontuur?
K: Ja, supergraag!
De vier vrienden gaan samen verder, ze komen aan bij het
paddenstoelenhuisje Daar woont Rups
|
|
|
E: klopklop
R: Ik ben hier op het dak. Ik ben zo vrdrietig
E: Waarom?
R: ik moet buiten wachten en ik heb zo’n honger!
E: Ik zal eens bij de anderen horen of ze wat eten voor je heebben.
R: Nee, dat hoeft niet, ik durf gewoon niet naar binne, er zit daar
een beest.
E: ik zal eens gaan kijken
Evelien gaat de paddenstoe binnen
E: Maar neef toch, wat doe jij hier? Allez, naar buiten en vlug!
R: bedankt Evelien.
E: Wil je mee op avontuur?
K: Ja, supergraag!
De vijf vrienden gaan samen verder, ze komen aan bij een grappige
elfenschoen. Daar woont Beer.
|
|
|
E: KlopKlop
B: Kom binnen, ik ben zo verdrietig.
E: Wat is er.
B: Ik heb geen honing meer
E: Ik zal eens gaan kijken in het bos.
Even later is Evelien terug.
E: Alsjeblief, Beer, 15 potten honing, daar kom je wel een uurtje mee
toe
B: Dank je
Wil je mee op avontuur?
K: Ja, supergraag!
De zes vrienden gaan samen verder, ze komen aan bij een prachtig
circus. Daar woont Olifant.
|
|
|
E: KlopKlop.
O: Hallo, ik ben zo verdrietig.
E: Wat is er met jou?
O: Ik heb geen publiek in mijn circus...
E: maar we zijn hier toevallig met zes!
O: Leuk, ik ga een paar kunstjes tonen!
E: En wij gaan allemaal kijken.
E: Ooo, Olifant kan beter turnen dan mijn nicht
|
|
|
H: ik vind het wel leuk zo samen met zeven. Zullen we onze huisjes
allemaal samen zetten, op de open plek in het bos?
E: Maar ik heb geen huisje
F: onder mijn boom is er nog een huisje, dat mag je wel hebben...
E: OK, dank je
E: Mmm het is zo lelijke en griezelig
K: Maar het is hier binnen supergezellig!
E: Ja je hebt gelijk...
U: ik heb hier ook al een plaatsje gevonden in de boom naast je
huisje, Evelien.
E: En ik blijf hier voor altijd wonen!
|
|
|
Epiloog:
Heksje Tilly: nu woont Evelien in mijn huisje, waar moet ik nu wonen?
O, ik weet het al, de uil woont nu ook bij Evelien, dan kan ik in de grote toren.
En zo heeft iedereen zijn eigen plekje gevonden, zonder griezelige
beesten of deuren die niet meer open kunnen. In het bos rond de open pek is
er honing genoeg en Olifant geeft nu elke week een voorstelling voor al zijn
buren. Koning Kikker regeert tevreden over alle zes zijn onderdanen.
|
Reacties
Een reactie posten