Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)


Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) verjaagt de vlooien uit de kattenmand. De bloem bevat een vluchtige olie en daar zit tot 70 percent gif in: tanaceton of betathujon. Daarnaast zitten er nog bitterstoffen in.

Buiten vlooien verjaagt het kruid ook vliegen. Hang het kruid daarom op aan de zoldering. Leg het onder het tapijt of doe het in een insectenwerend zakje.
Zelfs mieren en muizen gaan op de loop van dit kruid.

Vroeger hingen de mensen een bos boerenwormkruid boven hun bed om de Middeleeuwse muggen op veilige afstand te houden. De 21ste-eeuwse muggen willen dat wel eens een keertje vergeten, dat ze eigenlijk niks van boerenwormkruid willen weten...


De boer hing ook een tuil boerenwormkruid in zijn kippenhok. De vlooien hadden een broertje dood aan het kruid en vertrokken bij het zien van het kruidenboeket met de noorderzon. Ook de poezen- en hondenmand kregen om dezelfde reden een portie boerenwormkruid.

Vroeger stopten ze boerenwormkruid tussen de lijkwindels om het ongedierte op afstand te houden. Dat de duivel de 'bibberminnekes' (voor niet-Limburgers = schrik om het lijf) kreeg van boerenwormkruid was algemeen bekend. Trouwens : stond boerenwormkruid niet afgebeeld op het beroemde schilderij 'Het Lam Gods' ? Dat schilderij wilde toch niets dan goeds tonen. Het was demonenvrij. Dus het Boerenwormkruid kon geen spek naar de duivel zijn bek zijn!

En de boerin stak boerenwormkruid in haar kruidwis. En wat zat er nog zo al in die kruidentuilen?


Kruidentuilen
Afhankelijk van de streek staken de bewoners verschillende kruiden bij elkaar. Aan de Maaskant plukten onze voorouders op 15 augustus enkel boerenwormkruid voor hun kruidenwis. Op andere plaatsen in Limburg deden ze er nog bijvoet bij. Ze bonden zo'n tuil dan samen met bitterzoetlinten. De ruiker hing daarna naast de open haard. De kruidentuil hielp het gezin in moeilijke tijden.

Als het bijvoorbeeld donderde en bliksemde, brak de boerin vlug een stuk van de gedroogde kruidenwis af en gooide dat in het vuur. Met de devote smeekbede a.u.b. de bliksemschichten niet te laten inslaan op haar huis, waarin kruiden in de haard werden geofferd voor de goden van dienst.

Na het onweer proefden de heerlijke kruidkoeken van de boerin een beetje naar boerenwormkruid. Samen met paardebloem en duizendblad hadden die boerenworm-kruidkoeken een smaak om nooit meer te vergeten. De pannenkoeken -snoeper kwam aan zijn trekken, maar zijn eventuele kostgangers, ongenode gasten in de vorm van wormpjes, moesten niet weten van dit galgemaal. Zij zochten een andere stulp.

De boerin lette er wel op dat ze het boerenwormkruid plukte als het drie vingers hoog stond. Dan alleen kon je het in de pannenkoeken of onder de ‘aardappelstoemp' verwerken, zonder dat de schadelijke stoffen hinderlijk werkten.


Goed-weerkruid

Sint-Medard kreeg in die tijd ook zijn deel van de koek. Die speelde het heel link. Hij had iedereen overtuigd, dat hij voor goed weer kon zorgen. En wat deed elke diepgelovige boerin bij het pannenkoeken bakken? Juist! De helft van het pannenkoekendeeg kieperde ze aan 't venster uit om Medards gunsten af te smeken.

De heidense Donar, die eeuwenlang voor het goede weer had gezorgd, was door de christelijke leer al een tijdje afgevoerd. Maar Sint-Medard nam die rol op de net genoemde voorwaarde natuurlijk graag over... De ene zijn dood is dus de andere zijn pannenkoek.


Tip:

Boerenwormkruid houdt niet van natte pootjes.

Je kan het kruid zaaien in het voorjaar of de wortels splitsen in het najaar.
Als je het kruid verwerkt in de composthoop, zorg je voor een kalium rijke kompost.

En wie zelf wol wil verven krijgt een prachtige kleur als boerenwormkruid van de partij mag zijn.

Reacties