L'île de Noirmoutier


Al zijn we maar een weekje weg, de auto raakt helemaal volgeladen: bagage voor vijf, drie fietsen, een surfplank, proviand, boeken... Maar er is nog net een plaatsje voor mijn gitaar. De reis verloopt vlot, als we op ons vakantieplekje aankomen is het heel warm in onze tipi. We gooien de ramen open, installeren ons en gaan naar de zee kijken. Zalig, we moeten enkel de duin over. En ik herinner me weer hoe veel ik houd van de geur van de naaldbomen in de warmte. Rond de tipi groeit de kerrieplant en venkel in het wild en hier en daar staan rozemarijnstruiken, ik zou het aroma in de lucht wel willen vangen in een flesje om er thuis nog van te genieten.  Maar behalve de naaldbomen zijn de kruiden ook allemaal te vinden in mijn eigen kruidentuintje (en van de kerrieplant neem ik ook een paar scheutjes mee)
Noirmoutier is een eiland, verbonden met het vaste land door een brug en een weg van 4,5 km die bij hoogtij onder water loopt. Bij laagtij is het er een drukte van je welste. Aan weerskanten van de baan staat het vol met wagens, op de drooggekomen vlakte lopen zwermen mensen met emmertjes, mandjes en schepjes, ze graven naar de venusschelpen en plukken mosselen. Michiel en ik besluiten ook een middagje te gaan oogsten. Wij eten die avond pasta met zeevruchten, heerlijk.
Verder zijn er veel zoutmoerassen, hier en daar zie je stalletjes waar je de fleur de sel kan kopen.
Geert en ik maken een fietstocht langs de westkust en bezoeken  La Maison de l'Artisanat d'Art in La Guériniere, waar 55 kunsstenaars en ambachtslieden tentoonstellen. Alweer inspirerend...
De week vliegt om, maar ik begin alweer te denken aan de verbouwingen die op ons wachten. 

Reacties